Vitaal en sociaal Breda

Ambitie

Sinds 2015 werken we volop met Bredanaars en partners in de stad aan de transformatie op het sociaal domein. We vinden het van belang om met elkaar resultaat te boeken in onze ambitie. Over de volle breedte van het sociaal domein. Daartoe is recent de ‘Staat van vitaal en sociaal Breda’ opgeleverd. Het is een dynamisch informatieproduct waarin voor gemeenteraad en partners in de stad in één keer alle beschikbare informatie is samengebracht op de thema’s waar in de stad en in de wijken aan gewerkt wordt. Daarin wordt zichtbaar dat we op koers zijn in het realiseren van onze ambitie. In alle stappen die we zetten, zien we het aantal mensen dat we helpen toenemen: zowel met onze algemene voorzieningen (oa Zorg voor Elkaar Breda, Centrum Jeugd en Gezin) als bij onze gemeentelijke teams. Doordat we laagdrempelig (tijdig en nabij) werken, krijgen we nog steeds méér mensen in beeld. We bereiken onze doelgroep, met andere woorden, steeds beter. Dat is in essentie goed nieuws, want door snel ingrijpen voorkomen we grotere problematiek in de toekomst (duurdere zorg, oplopende schuldenproblematiek, eenzaamheid in de toekomst etc.).

Op nagenoeg alle beleidsdoelen zien we een positieve ontwikkeling en scoort Breda doorgaans ook beter dan Benchmarkgemeenten.

We zien ook een ontwikkeling waarin het Rijk druk zet op instroom in landelijke voorzieningen, zoals de Wet Langdurige Zorg. Hierdoor zien we het waterbedeffect waardoor er méér mensen een beroep doen op gemeentelijke ondersteuning. Plus het effect dat mensen gemiddeld langer door ons ondersteund worden, omdat de toegang tot deze landelijke voorzieningen voor een deel van onze burgers dicht zit. Gelet op het feit dat we ondersteuning leveren in een open einde regeling maakt dat we in financiële zin te dealen hebben met stijgende kosten ten einde onze oorspronkelijke ambitie te bereiken.

De huidige positieve economische ontwikkelingen maken dat we nu meer dan voorgaande jaren mensen aan een baan kunnen helpen. Als deze positieve economische ontwikkeling daarna doorzet dan zal de instroom van klanten in de bijstand steeds meer gaan bestaan uit mensen waar echt iets meer mee aan de hand is en die niet zo snel meer naar werk zullen gaan.

De toegang naar Beschut Werk is “vrijgegeven” aan het UWV. Daarmee hebben we niet meer zelf alleen in de hand of er een indicatie beschut werk wordt afgegeven. We zien in 2017 de wachtlijst al oplopen en dit zal richting 2020 verder toenemen is onze verwachting.

Bij Jeugd zien we vergelijkbare beleidseffecten. De uitrol van passend onderwijs met alle bijbehorende perikelen duwt kinderen en ouders richting de jeugdhulp. De zeer voortvarende (op zich toe te juichen) afbouw van de jeugddetentie leidt bijna één op één tot een toenemend beroep op de gesloten jeugdzorg. En omdat we sinds de introductie van Veilig Thuis veiligheidsvraagstukken in gezinnen sneller in beeld hebben zien we ook de doelgroep groter worden.

Over de volle breedte van het sociaal domein staan de tarieven van onze partners onder druk. Als we het over de tarieven binnen het sociaal domein hebben, dan hebben we het over de vergoedingen die we betalen voor maatwerkvoorzieningen. Deze voorzieningen bestaan voor het overgrote deel uit diensten. De kosten die onze contractpartners maken zijn dus sterk afhankelijk van hun eigen personeelskosten. Soms heeft de opwaartse druk te maken met ontwikkelingen in de loonprijsindexatie, soms heeft dat te maken met het complexer worden van de doelgroepen. Waar het een inkooprelatie aangaat die we gestart zijn met een bestuurlijke aanbesteding, dan spraken wij bij aanvang met onze partners een faire prijsontwikkeling af. Het is dus niet uit te sluiten, dat in de toekomst de tarieven op onderdelen opgehoogd dienen te worden. Een bijzondere situatie doet zich voor rondom de Huishoudelijke Voorziening die we verstrekken. Sinds kort zijn we gehouden aan de kaders van de Algemene Maatregel van Bestuur “reële prijzen Wmo 2015”. En onze afhankelijkheid van CAO afspraken daaromtrent maakt de impact op onze tarieven ongewis.  

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?
Onzekerheid over toereikendheid budget BUIG
Het objectieve verdeelmodel voor de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (Wet BUIG) pakt ongunstig uit voor de gemeente Breda. Ook is het landelijke macrobudget BUIG ontoereikend. De gemeente loopt, net als elke andere gemeente voor 2017 en 2018, een maximaal risico van 8,75% (van het Rijksbudget). Dit komt neer op een bedrag van ongeveer € 5,7 miljoen. Indien het tekort groter blijkt, dan is een beroep op de Vangnetuitkering mogelijk. Binnen de gemeente Breda worden min of meer structurele risico’s berekend over een periode van 4 jaar, waarbij wordt aangenomen dat het tekort jaarlijks wordt verminderd met € 0,5 miljoen.  Het risicobedrag over de periode van vier jaar bedraagt € 9,9 miljoen.

Als toelichting de berekening:
-Spelregels Vangnetuitkering
Omvang tekort                  Vergoeding                        Maximaal risico
0% t/m 5%                         nihil                                     5%
>5% t/m 12,5%                 50%                                     3,75% (50% * (12,5-5 = 7,5)
>12,5%                              100%                                   nihil
                                                                                        8,75%
Maximaal risico is 8,75% * € 65.292.115 (definitief budget 2017) = € 5,7 miljoen

-Risicobedrag over periode van vier jaar (jaarlijkse afname € 0,5 miljoen, cf. VJN 2017)
 Risico: € 5,7 + € 5,2 + € 4,7 + € 4,2 = € 19,8  * 50% (kans) = €  9,9 miljoen

Tegemoetkoming (voorfinanciering) in de kosten die gemeenten maken voor bijstandsuitkeringen voor statushouders
Bij de vaststelling van het macrobudget aan bijstandsuitkeringen in 2016 is nog geen rekening gehouden met de nieuwe instroom van statushouders. Daar zijn in het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom afspraken over gemaakt. Voor 2016 is er landelijk € 85 miljoen en voor 2017 een bedrag van € 90 miljoen beschikbaar. Het betreft een voorfinanciering door middel van een lening in de kosten die gemeenten maken. Het voorschot dient vanaf 2018 in acht jaarlijks gelijke delen te worden terugbetaald. Deze terugbetaling moet in 2016 al als schuld opgenomen worden. Tegenover een ontvangst van bijvoorbeeld € 2 miljoen staat dan ook een schuld van dezelfde omvang. Voor de exploitatie (tekort BUIG) heeft het geen enkel effect, het betreft alleen een liquiditeitsoplossing. Om deze reden heeft Breda (in navolging van vele andere gemeenten) hier geen gebruik van gemaakt.

De thema`s

Thema  1.1:

Opgroeien

Algemeen beeld
In 2017 zien we, passend in het landelijk beeld, de uitgaven voor jeugdhulp ook in Breda flink toenemen. Het voorliggend veld slaagt er steeds beter in om tijdig met kinderen en gezinnen met een hulpvraag in gesprek te komen. De financiële impact daarvan is erg moeilijk te voorspellen en we zien nu dat het zorgt voor fors meer uitgaven in met name de ambulante zorg. Daarnaast lukt het nog niet altijd om binnen korte tijd van zware (verblijfs)zorg naar zorg in de thuisomgeving terug te schakelen (‘afschalen’). Dit leidt in 2017 ook tot meer kosten voor verblijfszorg.

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.2:

Leren, ontwikkelen en werken

Participatie
Zoals verwoord in het in maart 2017 vastgestelde Uitvoeringsplan Participatie, is het aantal te realiseren beschut werken plekken voor 2017 vastgesteld op 37 plekken. Dit aantal is hoger dan de taakstelling van het ministerie voor de gemeente Breda. De kosten voor deze plekken blijken hoger uit te vallen dan begroot. Het betreft een extra uitgave van 90.000 euro.

Sociale werkvoorziening
Zoals bekend is met de Participatiewet sinds 2015 de toegang tot de Sociale Werkvoorziening (SW) afgesloten. Er is geen nieuwe instroom meer. Het aantal Sw-medewerkers daalt daardoor elk jaar. Tegelijkertijd is de berekeningssystematiek van de rijkssubsidie aangepast van subsidie per medewerker naar een landelijk verdeelmodel. Daarbij wordt door het Rijk van te hoge uitstroomcijfers uitgegaan met als gevolg dat het beschikbare macrobudget te laag is om de kosten te dekken. In de voorjaarsnota is aangegeven dat de gemeente Breda, samen met andere gemeenten, de noodklok heeft geluid richting Den Haag. We hebben meer geld nodig om ook in de toekomst de mensen om wie het gaat op deze manier in een veilige, vertrouwde omgeving te laten werken. De meicirculaire heeft weliswaar geleid tot een positieve subsidie bijstelling van € 0,953 mln voor 2017, maar er blijft sprake van een structureel tekort in de SW.  

De omzet van ATEA ligt onder de begroting. Dit wordt veroorzaakt door terugval in omzet bij een beperkt aantal klanten. Het is onvoldoende gelukt om vervangend werk te vinden met gelijke opbrengsten. Door een iets hogere uitstroom zijn de SW loonkosten onder de begroting. De uitvoeringskosten liggen in lijn met de begroting.
Deze ontwikkeling zal naar verwachting voor het hele jaar 2017 gelden.

Wet BUIG
Het eerste halfjaar is een verdere stijging van het klantenbestand waarneembaar, voornamelijk vanwege autonome ontwikkelingen. Ook landelijk is er sprake van een toename van het aantal bijstandsuitkeringen, Breda stijgt echter harder.

Op basis van de werkelijke uitkeringslasten tot en met juni 2017 (uitkeringen worden nog achteraf betaald) en te verwachten stijging van de uitstroom, is het verwachte netto resultaat op BUIG circa € 5,2 miljoen nadelig. Er zal nog een onttrekking uit de Reserve Sociaal Domein van € 4 miljoen plaatsvinden, waardoor er na wijziging een verwacht tekort van € 1,2 miljoen op BUIG resteert.

Oorzaak hiervan is vooral de verhoogde instroom van statushouders, arbeidsbeperkten en een blijvende toename van het aantal IOAW-uitkeringen, onder andere als gevolg van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast hebben we te maken met een lagere uitstroom dan verwacht. In de monitor Werk en inkomen worden deze ontwikkeling nader uiteengezet.

Als bijlage bij deze Berap is toegevoegd de Voortgangsrapportage Werk & Inkomen Keten Participatie Sociaal Domein
Periode januari 2017 tot en met juni 2017
Met deze rapportage informeren wij u over de voortgang van het Uitvoeringsplan Participatie 2017 – 2018 dat door de Gemeenteraad op 7 maart 2017 is vastgesteld.
Deze voortgangsrapportage heeft de functie van het verstrekken van informatie over de stand van zaken en heeft tevens de functie van (bij) sturingsinstrument. De voortgangsrapportage richt zich primair op het eerste half jaar van 2017.

Bijzondere Bijstand
Zoals aangegeven bij de eerste berap stijgen de uitgaven voor bijzondere bijstand ook in 2017 en wordt over 2017 opnieuw een tekort verwacht.

De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de nog steeds stijgende groei van het aantal mensen onder bewindvoering. Dit is een landelijke tendens.
Voor een ander deel wordt de stijging veroorzaakt doordat steeds meer inwoners gebruik maken van gemeentelijke minimaregelingen zoals de individuele inkomenstoeslag.    

Op 16 juni 2017 heeft de gemeenteraad de Ontwikkelagenda armoede aangenomen, waarin is aangekondigd dat de bestaande minimaregelingen meer moeten worden gecommuniceerd, vooral het schoolstartpakket. Het is aannemelijk dat de uitgaven voor minimaregelingen door de hiervoor genoemde extra communicatie verder blijft stijgen.

Schuldhulpverlening
Het te verwachten resultaat bij de Kredietbank is € 80.000 positief. Op basis van de eerste 6 maanden is de verwachting dat de opbrengsten van de Kredietbank hoger dan begroot zijn.

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.3:

Betrokken zijn

Er zijn geen relevante afwijkingen op dit thema te melden.

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.4:

Leven

Er zijn geen relevante afwijkingen op dit thema te melden.

Thema  1.5:

Ontmoeten

Wijkimpuls
In de wijkimpulswijken Hoge Vucht, Heuvel, Muizenberg en Kesteren wordt samen met de Bredase corporaties gestuurd op het bevorderen van leefbaarheid, werkgelegenheid en participatie in samenspraak met de bewoners. Actief burgerschap is een belangrijk uitgangspunt van het wijkimpulsbeleid . Helaas blijven de initiatiefkracht (van organisaties) en het actieve burgerschap op de thema’s leefbaarheid, werkgelegenheid  en participatie in de wijkimpulswijken nog achter bij de verwachting. Het beschikbare gemeentelijke budget blijft deels onbenut. We verklaren dit enerzijds door de opstartfase en aanloopproblemen van de wijkplatforms in het eerste half jaar, anderzijds door de werkwijze van thematafels richting uitvoeringsplannen, waarbij het beleid (en mogelijkheden) wijkimpuls onderbelicht is gebleven.

Verkenning met eigen experts, woningcorporaties en Bouwgroep Breda Doet levert op dat in de impulswijken een stevigere inzet op ondersteuning nodig is om actief burgerschap te realiseren. Daarvoor zal worden gestuurd op het samen met vrijwilligers, professionals en (onconventionele) partners in de wijk interventies uit te voeren gericht op het betrekken van wijkbewoners bij de leefbaarheid, werkgelegenheid en participatie in hun wijk. Deze lijn is afgestemd in Alliantieverband; corporaties gaan deel uitmaken van deze structuur en de extra inzet vindt plaats in het vierde kwartaal van 2017.

Thema  1.6:

Thuis

Volwassenen geëscaleerde zorg
Veilig Thuis West-Brabant
In opdracht van de regionale Stuurgroep voor Veilig Thuis West-Brabant (VTWB) is in de eerste helft van 2017 een meerjarenperspectief (2018 t/m 2021) voor VTWB uitgewerkt en is een vergelijking gemaakt met de overige regio’s in Nederland.
Conclusie is dat er al sinds de oprichting van VTWB in 2015 sprake is van veel meer meldingen en adviesvragen dan oorspronkelijk ingeschat, zodat de werkdruk bij VTWB structureel te hoog is. De verwachting is dat het aantal en de complexiteit van de meldingen en adviesvragen de komende jaren nog niet zal afnemen.
Op basis hiervan is aan alle 18 regiogemeenten gevraagd om per 2018 de financiële bijdrage aan VTWB structureel te verhogen. Vooruitlopend daarop zal VTWB in het laatste kwartaal van 2017 al extra inzet (4 tot 6 fte) moeten plegen om te voorkomen dat wachtlijsten ontstaan of doorlooptijden niet gehaald worden. De verwachting is dat daardoor het negatief vermogen van VTWB in 2017 nog toeneemt, totdat met de verhoging van de  gemeentelijke bijdragen in 2018 en volgende jaren een gezonde en stabiele situatie zal worden bereikt.

Relevante afwijkingen ten opzichte van vorig begrotingsjaar

Opgroeien/Toeleiding tot maatwerkvoorzieningen jeugd
Resultaat prognose: € 330.000 negatief

Toelichting:

Het CJG werd in de eerste helft van 2017 geconfronteerd met een grotere vraag naar dienstverlening in vergelijking met voorgaande jaren. Om te voorkomen dat extra vraag zouden leiden tot lange wachttijden of vermijdbare verwijzingen naar specialistische hulpverlening, zijn tijdelijk extra CJG professionals ingezet. De vraag naar dienstverlening bij het CJG is inmiddels gestabiliseerd.

Opgroeien/Jeugdhulp maatwerkondersteuning
Resultaat prognose: € 1.900.000 negatief

Dit betreft:

  • € 3,3 mln aan ambulante jeugdhulp (negatief)
  • € 0,9 mln verblijfszorg (negatief)
  • € 0,8 mln aan landelijke functies, pleegzorg,  jeugdzorg plus (negatief)
  • Daarnaast was hierin een bedrag opgenomen ad 3,1 mln aan vrije ruimte jeugdhulp (incl. aanpassing mei circulaire 2017) (positief).

Toelichting:

We zien een sterkte toename van het beroep op de ambulante jeugdhulp ten opzichte van begroot. Dit past in het beeld van de nagestreefde ambulantisering. Tegelijkertijd moet gezegd dat de impact van de transitie in de loop van 2016 en 2017 steeds duidelijker is geworden, waardoor we beter zicht krijgen op de uitgaven. Ook de uitgaven voor verblijfszorg nemen toe, het lukt nog niet altijd om hulp tijdig ‘af te schalen’.
Ook zien we een toename bij de gesloten jeugdhulp (Jeugdzorg Plus). Dit past in een landelijke trend, in veel regio’s staan de budgetten voor deze vorm van jeugdhulp onder druk. De bij de transitie in 2015 verwachte afname van de gesloten jeugdhulp wordt niet gerealiseerd. Deels lijkt dit te verklaren door te beperkte uitstroom mogelijkheden van deze jongeren uit de gesloten instellingen en deels door de afbouw van de instellingen voor jeugddetentie.
De uitgaven aan PGB’s voor jeugdhulp vallen mee. Dit lijkt in belangrijke mate verklaarbaar doordat Breda een zeer breed aanbod van jeugdhulpaanbieders heeft voor gezinnen en kinderen. Daardoor is er meestal een passend aanbod voorhanden.

Opgroeien/Jeugdhulp geëscaleerde zorg
Resultaat prognose: € 850.000 positief

Toelichting:
Betreft € 1,1 mln minder uitgaven aan Jeugdbescherming- en reclassering en € 200.000 hogere kosten crisishulp. Eind 2016 zijn hernieuwde afspraken gemaakt met Jeugdbescherming Brabant. Deze zijn gebaseerd op reëler zicht op de uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen dan onder de oude afspraken het geval was.

Opgroeien/Primair en voortgezet onderwijs
Resultaat prognose: € 110.000 negatief
Toelichting:
Het nieuwe contract leerlingenvervoer loopt vanaf de start van het nieuwe schooljaar in 2017. In dit nieuwe contract hebben vervoerders ingeschreven op een beladen uurtarief en niet meer op basis van het aantal leerlingen. De komende tijd zal blijken hoe dat financieel gaat uitpakken. In de prognose 2017 is daarom nog uitgegaan van het prijspeil 2016. En dat zou dan een overschrijding geven van € 250.000
In 2017 ontvangt de gemeente een bijdrage vanuit het RBL voor de werkplekken e.d. in gebouw C. Deze middelen kunnen worden ingezet ten behoeve van extra inzet trajectbegeleiding maar vooralsnog lijkt hierop geen beroep te worden gedaan. Dit zorgt voor een positief resultaat van € 100.000
Zowel het Werkbudget Jong @Breda als  de post Innovatie Jeugd en Jongeren lijken niet volledig ingezet te hoeven worden. Dit geeft op beide posten een positief resultaat van € 20.000. Met als referentie de cijfers uit 2016.

Wmo maatwerkvoorzieningen

1.   Begeleiding. De toename in de begeleiding zien we rechtstreeks gerelateerd aan het aantal klanten dat toeneemt. De uitstroom is op dit moment nog lager dan de instroom. Hier zien we een aantal factoren dat hier op van invloed kan zijn.  Enerzijds zijn we erop gericht outreachend te werken, laagdrempelig en nabij voor de klant. Hiermee hopen we complexere situaties te voorkomen. Daarnaast zien we dat mensen, door het strikter hanteren van regelgeving rondom behandeling en Wet Langdurige Zorg (Wlz), sneller terug komen naar - dan wel langer blijven binnen - de maatwerkvoorziening begeleiding  door de gemeente. De toename in uitgaven, € 770.000,  zijn ook deels het gevolg van de medio 2016 doorgevoerde tariefsaanpassingen.
2.   Huishoudelijke hulp. Op het totaalbudget van HV houden we € 200.000 over. Toch bereiken we al onze beleidsdoelen. Het overschot heeft te maken met het geld dat wij reserveerden om alle alfacheque cliënten op een zorgvuldige manier begeleid naar reguliere HV in natura of via PGB.  Ten behoeve van dit omzettingstraject hadden we € 500.000 begroot en nu blijkt dat we niet dat hele bedrag nodig hebben om ons doel te bereiken. We houden € 200.000 over. Binnen het project Alfacheque zijn er vanuit de aanbieders simpelweg minder middelen nodig gebleken om te komen tot een zachte landing.
3.   Overig. Op een tweetal onderwerpen voeren wij ons beleid succesvol uit zonder dat we daarvoor alle ter beschikking staande middelen daarvoor nodig hebben. Op het waarderen van onze mantelzorgers houden we 175.000 euro over en op vervoersvoorzieningen € 150.000. Op beide onderdelen houden we in onze begroting 2018 rekening met deze onderuitnutting.

Thuis/Volwassenen geëscaleerde zorg
Resultaat prognose: € 167.000 positief

Toelichting:
Beschermd wonen
De uitgaven voor ZIN bij BW laten een positief resultaat zien van  € 148.000. De ontvangen eigen bijdragen zullen naar verwachting conform begroting zijn.
Op basis van de door de SVB verstrekte informatie met als peildatum 1 augustus is de verwachting dat de uitgaven Pgb voor Beschermd wonen uit zullen komen op een bedrag van € 4.035.000, dus een gering negatief resultaat van € 35.000.
Op de uitvoeringskosten voor Beschermd wonen verwachten we een positief resultaat van € 54.000.

Leren, ontwikkelen en werken/Participatie
Participatie (Vitale Stad)
Resultaat prognose € 750.000 positief

Toelichting:
Het Ontwikkelbudget is bedoeld voor het stimuleren en ondersteunen van vernieuwende aanpakken. Voorstellen ten laste van dit budget komen via de tweetrap thematafels en Bouwgroep Breda Doet bij ons college. Tot nu toe is er geen voorstel op tafel van de Bouwgroep geweest. De komende maanden wordt er minstens één voorstel voorzien. Tegelijkertijd buigt een delegatie van de Bouwgroep zich over de criteria van de regeling teneinde helderder afwegingen te kunnen maken of het budget wel of niet moet worden ingezet.

Leren, ontwikkelen en werken/Wet BUIG
Resultaat prognose: € 5,2 mln. negatief op basis van de huidige begrotingscijfers. Er zal nog een onttrekking uit de Reserve Sociaal Domein plaatsvinden, waardoor er na wijziging een verwacht tekort van € 1,2 mln. op BUIG resteert.

Toelichting:
Ondanks de economische groei is het eerste halfjaar een verdere stijging van het klantenbestand waarneembaar, voornamelijk vanwege autonome ontwikkelingen. Dan gaat het vooral om de verhoogde instroom van statushouders, arbeidsbeperkten en een blijvende toename van het aantal IOAW-uitkeringen, onder andere als gevolg van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast hebben we te maken met een lagere uitstroom dan verwacht. In de monitor Werk en inkomen worden deze ontwikkelingen nader uiteengezet. Ook landelijk is er sprake van een toename van het aantal bijstandsuitkeringen, Breda stijgt echter harder.

In de Begroting 2018 nemen we extra maatregelen om deze trend te keren. Dat betekent maatwerk voor verschillende doelgroepen, waarbij accepteren van werk niet vrijblijvend is. Mensen aan het werk krijgen is een verantwoordelijkheid van gemeente en bedrijfsleven samen. De gemeente ondersteunt bedrijven hierbij, maar spreekt ze er ook op aan.
De gemeente zet in op die sectoren die vanuit een meerjarig economisch perspectief de beste mogelijkheden bieden voor een duurzame uitstroom uit de bijstand. Met die bedrijven worden afspraken gemaakt over de inzet van mensen uit de bijstand. De gemeente zorgt er daarbij voor dat zij mensen zo veel als mogelijk arbeidsgeschikt maakt voor werk in die sectoren waar de meeste kansen liggen. De effectiviteit van het bestaande instrumentarium wordt bekeken. Er is overleg met bedrijven waar mogelijke knelpunten zitten om te kijken wat de gemeente kan doen om die weg te nemen.

Een nieuwe organisatiestructuur en procesinrichting ten slotte, helpen bij het versterken van de informatievoorziening in en over de ketens heen. Gecombineerd met een stevige impuls en kwaliteit in omvang van het Werkgevers Service Punt maakt dat we voor 2018 en 2019 gericht kunnen inzetten op terugloop van het tekort op de BUIG-uitgaven.

Dat neemt niet weg dat op basis van de werkelijke uitkeringslasten tot en met juni 2017 (uitkeringen worden nog achteraf betaald) en te verwachten stijging van de uitstroom het verwachte netto resultaat op BUIG circa € 5,2 miljoen nadelig is. Er zal nog een onttrekking uit de Reserve Sociaal Domein van € 4 miljoen plaatsvinden, waardoor er na wijziging een verwacht tekort van € 1,2 miljoen op BUIG resteert.

Als bijlage bij deze Berap is toegevoegd de Voortgangsrapportage Werk en Inkomen Keten Participatie Sociaal Domein (periode januari 2017 tot en met juni 2017).
Met deze rapportage informeren wij u over de voortgang van het Uitvoeringsplan Participatie 2017 - 2018 dat door de Gemeenteraad op 7 maart 2017 is vastgesteld.
Deze voortgangsrapportage heeft de functie van het verstrekken van informatie over de stand van zaken en heeft tevens de functie van (bij)sturingsinstrument. De voortgangsrapportage richt zich primair op het eerste half jaar van 2017.

Leren, ontwikkelen en werken/Bijzondere bijstand
Resultaat prognose: € 370.000 negatief

Toelichting:
Zoals aangegeven bij de eerste berap stijgen de uitgaven voor bijzondere bijstand ook in 2017 en wordt over 2017 opnieuw een tekort verwacht. Naar verwachting een bedrag van circa € 0,2 miljoen.
De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de nog steeds stijgende groei van het aantal mensen onder bewindvoering. Dit is een landelijke tendens.
Voor een ander deel wordt de stijging veroorzaakt doordat steeds meer inwoners gebruik maken van gemeentelijke minimaregelingen zoals de individuele inkomenstoeslag. Deze stijging is mogelijk te verklaren door de aanpassing van de gemeentelijke website, waardoor de informatie makkelijker te vinden is. Bovengenoemde oorzaken geven een tekort van circa € 0,2 miljoen.   

Leren, ontwikkelen en werken/Schuldhulpverlening
Resultaat prognose: € 80.000 positief

Toelichting:
Het te verwachten resultaat bij de Kredietbank is € 80.000 positief. Op basis van de eerste 6 maanden is de verwachting dat de opbrengsten van de Kredietbank hoger dan begroot zijn.

Ontmoeten/Leefbaarheid
Resultaat prognose: € 700.000 positief

Toelichting:
 Leefbaarheid (Wijkimpuls)
Naar verwachting zullen niet alle middelen uitgegeven/besteed worden. Verkenning met eigen experts en bouwgroep levert op dat in de impulswijken meer aan ondersteuningsstructuur nodig is dan meteen actief burgerschap en daarvoor zijn sterkere netwerken nodig van vrijwilligers/professionals en interventies met (onconventionele) partners in het veld.
Beheersmaatregel:

  • Koerswijziging = sturen op ‘toegevoegde waarde’ door meer interventies met onconventionele partners.
  • Aansluiten bij de Opgave Breda voor elkaar; komen tot een Bredase methode per wijk. Deze lijn afstemmen in Alliantieverband; corporaties gaan deel uitmaken van de structuur.

Ontmoeten/Wijkaanpak
Resultaat prognose: € 300.000 positief

Toelichting:
Wijkaanpak (Wijkontwikkeling en Reserve Wijkontwikkeling)
Voorgesteld is om meer kwaliteit toe te voegen aan de buitenruimte Geeren-Zuid (openbare ruimte 80 woningen Geeren-Zuid (deelplan 5) en in te zetten op klimaatadaptatie. Dit vindt pas in 2018 plaats en naar verwachting niet meer (volledig) in 2017. Deze middelen (€ 0,3 miljoen) zullen gereserveerd blijven binnen de reserve Wijkontwikkeling en besteed worden in 2018 in plaats van 2017. Op basis van begrotingswijziging worden deze middelen overgeheveld/opgenomen binnen de begroting 2018. De gemeente Breda sluit in tijd met de openbare ruimte aan op de planning van AlleeWonen. De renovatie van de 80 woningen en nieuwbouw van 14 sociale huurwoningen van AlleeWonen hebben vertraging opgelopen.